Twitterfittie in Goblin city

Het zal je de afgelopen maanden niet zijn ontgaan dat mijn relatie met uitgever White Goblin Games is bekoeld. Twee kritische tweets (een kwinkslag over de taalfouten in de regels van Hellas en een kritische opmerking over het goede sier maken met verkoopcijfers van andere uitgevers) waren voor oppergoblin Jonny de Vries aanleiding om mij de toegang tot hun Twitterberichten te ontzeggen, de informatievoorziening volledig te staken, mijn geloofwaardigheid als jurylid van o.a. de Nederlandse Spellenprijs ter discussie te stellen en richting derden te beweren dat ik in mijn recensies stelselmatig zijn spellen zou afserveren. Daarbij kwalificeerde De Vries de twee tweets van begin september als ‘onprofessioneel, ongepast en onfatsoenlijk’. Dit zou ‘de zoveelste keer’ zijn dat ik ‘openlijk op het internet White Goblin Games in een kwaad of negatief daglicht zet’.

Deze mix van kleinzieligheid en achterklap was voor mij aanleiding om het vizier op de Goblins scherp te stellen. Dit had en heeft geen gevolgen voor de beoordeling van hun spellen, die wil ik zo zuiver mogelijk houden. Maar hun missers en uitglijders heb ik de laatste maanden opgezocht, uitgelicht en van soms vilein commentaar voorzien. Ik had in september aangegeven dat de levensduur van dit bijgestelde vizier was verbonden aan de duur van de Twitterblokkade. We zijn ruim een half jaar verder, de blokkade bestaat nog steeds. Ergo……?

Mijn eerste kennismaking met White Goblin Games, toen nog distributeur, verliep al merkwaardig. Op een ogenschijnlijk geagiteerde toon werd ik eind 2005 gevraagd waarom ik op mijn toenmalige website geen aandacht besteedde aan een van zijn distributietitels (Socks in the City, meen ik te herinneren). Ik heb toen de handige volgorde der dingen uitgelegd: een uitgever/distributeur stuurt mij informatie, waarna ik met plezier over zijn spellen schrijf. Beterschap werd beloofd, maar in de jaren daarna zelden in de praktijk gebracht.

Op een gegeven moment hadden de Goblins iemand in dienst die wel dacht in gezamenlijke belangen, die mij informeerde over nieuwe titels, af en toe zelfs een primeur verstrekte, maar zich ook realiseerde dat een onafhankelijke recensent kritiek hoort te leveren. Deze werkrelatie bleek een vruchtbare voedingsbodem voor nieuwsberichten met inhoudelijke spelbeschrijvingen, die spelers meer zeggen dan de oppervlakkige en soms schreeuwerige reclametaal van de uitgever in de verkoopcatalogus en op Twitter.

Na het vertrek van die medewerker verwaterde de informatievoorziening. Aan de ene kant begrijpelijk, omdat de verantwoordelijken bij zo’n kleine uitgever vreselijk druk zijn met de ontwikkeling, productie en verkoop van spellen. Aan de andere kant jammer dat een soepel werkende informatiestroom onbedoeld om zeep werd geholpen. Een aangedragen alternatief, meeliften op de informatiestroom naar de spellenwinkels, was blijkbaar geen optie. Niet te hard getreurd, af en toe kwam er wat binnen en was er iets leuks te melden.

Medio 2015 viel me op dat de informatievoorziening al een paar maanden stil lag. Ik vroeg de uitgever of er wat speelde en, zo ja, wat ervoor nodig was om de situatie te normaliseren. Toen bleek dat de Goblins ernstig gepikeerd waren over een vermeende negatieve campagne tegen hun toenmalige troetelkindje Machi Koro. Jonny de Vries had zelfs een dossier met screenprints van vermeende negatieve uitingen verzameld, deels aangeleverd door zijn minions op Bordspelmania. Opmerkelijk genoeg bleek meer dan de helft van deze screenprints te slaan op neutrale tot positieve berichtjes met links naar artikelen over het spel. Tijdens zijn opwinding over de vermeende kritiek was het voor Jonny de Vries blijkbaar lastig lezen wat ik werkelijk had geschreven.

Hoe dan ook, De Vries had toen besloten mij te straffen door de informatiekraan volledig dicht te draaien. Hij had niet het fatsoen om mij daarover te informeren, deze verbanning moest ik zelf zien te ontdekken. Tijdens de niet aan mij kenbaar gemaakte informatieban werd ik wel doodleuk gevraagd om redactionele bijdragen te leveren aan een paar spelregelboekjes. Zolang ik niet doorhad dat ik werd gestraft, kon men nog handig gebruikmaken van mijn expertise.

Een uitgever die een recensent ‘verbiedt’ om kritiek op spellen te geven? Het moet niet gekker worden. Helaas kan het bij De Vries wel gekker, gezien de incidenten met andere recensenten, waarvan ik de laatste jaren kennis heb genomen. Zijn wangedrag op dit gebied lijkt stelselmatig.

Ik heb de Goblins in 2015 eerst per e-mail aangegeven wat ik van hun handelwijze vond. Daarna volgde een constructief telefoongesprek met de partner van De Vries, waarin respectvol is gesproken over de verschillende verantwoordelijkheden van een uitgever en een onafhankelijke ‘journalist’, over gevoeligheden rond kritiek en over de informatiestroom. Mooi dat we een storm in een glas water toen alsnog wisten te de-escaleren.

Tot het vroege voorjaar van 2016 liep de informatievoorziening op rolletjes, maar ineens lag het weer maanden stil. De Goblins waren desgevraagd te druk om mij met informatie te voeden. In mijn beleving was dit een keuze. De alternatieve route, meeliften op de informatiestroom naar de winkels, zou immers geen extra tijd en energie kosten. De Goblins hebben het recht om mijn spellensite onbelangrijk te vinden. Maar uiteraard betekent zo’n keuze iets voor de mate van aandacht die ik aan hun spellen kan besteden. Dit heb ik ze netjes uitgelegd, wat aan de andere kant van de lijn opnieuw tot ergernis leek te leiden.

Uiteindelijk bleken de lange tenen niet bestand tegen mijn schrijfstijl en kritische aanpak. Men ging begin september los met sancties, roddel en achterklap.

Maanden later is de Twitterblokkade en informatieban nog steeds in de lucht. Het zij zo, deze hobby draait om plezier en passie, tijd om verder te gaan. Dit is mijn aandacht en energie eigenlijk niet waard, daarnaast maken negatieve sentimenten niemand vrolijker. Het is de hoogste tijd om mij te richten op de interessante producten die zij over de toonbank schuiven.