Spiel 2015: een terugblik

Spelbeschrijvingen

In New York 1901 van Blue Orange Games bouwen de spelers wolkenkrabbers op een kaart van New York. De spelers nemen perceelkaarten uit het aanbod en gebruiken deze kaarten om gebouwtegels in allerlei vormen te plaatsen. Ze beginnen met bronskleurige tegels, gevolgd door zilver en uiteindelijk goud. De actieve speler kiest uit twee acties. A) hij neemt een perceelkaart uit het open aanbod en zet een arbeider op een perceel met dezelfde kleur en grootte. Vervolgens mag hij een gebouwtegel conform de plaatsingsregels op een eigen perceel leggen en scoren. B) hij breekt een of meer aansluitende gebouwen af en bouwt daar een nieuw gebouw van een hogere categorie. Het bouwen levert meteen winstpunten op. Punten krijg je ook voor het voldoen aan de voorwaarden van een aan het begin getrokken eindtellingkaart en voor meerderheden langs een paar aan het begin getrokken straatkaarten. De laatste categorie maakt het spel interessant, omdat de spelers hier direct strijd moeten leveren voor een handvol bonuspunten. De Nederlandse spelregels zijn matig. Dit is helaas de norm bij spellen uit de Franse keuken. Deze uitgevers zijn blijkbaar te krenterig om goede vertalers in te huren en leveren keer op keer inferieure regelboekjes af.

een wolkenkrabber van speldozen

een wolkenkrabber van speldozen

Visby is een kaartspel van Stefan Risthaus, dat als een gamekit in een plastic zakje wordt uitgegeven door zijn eigen uitgeverij Ostia Spiele. Iedere speler heeft een gelijke set met acht personagekaarten, die allen een speciale eigenschap hebben. Alle spelers kiezen een gedekte kaart en draaien deze tegelijk om, waarna de acties van de kaarten worden uitgevoerd. Sommige kaarten leveren direct winstpunten op, andere kaarten handelsgoederen, weer andere kaarten veredelen goederen tot punten. De buit hangt af van wat de andere spelers hebben uitgespeeld. Je neemt de buit meestal uit een op een tabel bijgehouden voorraad, waarbij het mogelijk is dat de medespelers al het nodige hebben weggegraaid voordat jouw sterke kaart wordt afgewikkeld. De gespeelde kaarten ben je kwijt totdat je ze met een monnik terughaalt. Een leuk ‘ik denk, dat jij denkt..’ spelletje, waarbij je op meerdere manieren aan de vereiste 30 winstpunten kunt komen.

Queen Games presenteerde onder meer Treasure Hunter/Schatzjäger van Richard Garfield. Je probeert via het draften van kaarten een kaarthand te verzamelen waarmee je de gewenste schatten uit een goblinhol kunt roven. Er zijn allereerst drie gekleurde zones waar telkens twee schatfiches liggen. De ene gaat naar de speler die de hoogste som kaarten van deze kleur speelt, de andere naar de laagste som. Omdat dit om positieve en negatieve schatfiches gaat, is het zaak om bij het draften niet de foute kaarten te verzamelen. Gelukkig kun je met bonuskaarten sommige ellende voorkomen. Na het roven van de schatfiches, moet je nog heelhuids langs de goblins zien te komen. Dit doe je met waakhondkaarten. Heb je er te weinig, moet je de goblins geld betalen. Heb je de meeste dan versla je de goblins en steel je hun geld. Dit drafting spelletje heeft de toegankelijkheid en de geluksfactor van een luchtig tussendoortje, maar de prijsklasse van een volwaardig bordspel. Ik kan me voorstellen dat deze combinatie de populariteit niet zal verhogen.

Een van de Queen Games stands

Een van de Queen Games stands

Garfield's schattenjacht

Garfield’s schattenjacht

Sheep & Thief is een van mijn aanwinsten van Japon Brand. Iedere speler heeft een papieren speelveld met 16 velden, waarop hij in de loop van het spel 12 landkaarten met combinaties van wegen, rivieren, schapen, herdershonden, dieven en stallen aanlegt. In elk van de drie rondes verzamel je via draften een hand van vijf kaarten, waarvan je er elke beurt vier mag uitspelen. Speel je een kaart met schaapssymbolen, dan plaats je er een of meer pluizige bolletjes op. Deze wollige pluisjes mag je met herdershonden naar een naburige tegel plaatsen, om ze uit de klauwen van schaapsdieven te houden. Op ieder speelveld wandelt een dieftegel rond, die allemaal worden verplaatst wanneer de actieve speler een landkaart met een dief speelt. Komt jouw dief een kudde tegen, dan jat de actieve speler deze. Op een veld met een stal zijn jouw kuddes veilig. Het kan geen kwaad om middels wegen een verbinding tussen het startveld en de steden in de andere hoeken aan te leggen, dit levert extra punten op. Winstpunten krijg je verder voor rivieren en voor je schapen. Een leuk legspelletje, dat door het draften en de dreiging van de dief een beetje interactieve pit krijgt.

Bij Japon Brand stonden de voorbestellers woensdag al klaar

Bij Japon Brand stonden de voorbestellers woensdag al klaar

een vitrine met prachtige spellen

een vitrine met prachtige spellen

Minerva is een andere Japanse titel. In dit spel ontwikkelt iedere speler een abstracte Romeinse stad uit losse gebouwtegels. De simpele startgebouwen zijn gratis, de betere gebouwen kun je alleen bouwen door de afgebeelde grondstoffen te betalen. Dus is het zaak om een economie van productiegebouwen op te zetten en deze te activeren. Dit doe je door een van jouw woningen naast een gebouw te plaatsen en dan alle gebouwen in een gekozen richting te activeren. Bij een lange rij levert dit een hoop op, maar aan beide uiteinden is maar plaats voor één woning. Gelukkig kun je een bestaande woning nog één keer gebruiken door een hulpje in te huren, maar deze assistentie wordt snel duurder. Via de gebouwen verdien je jouw winstpunten. Bij militaire gebouwen is dit een meerderhedenspelletje, waarbij je steeds meer punten kunt verdienen. Bij de culturele gebouwen kun je lekker binnenlopen wanneer je voldoende symbolen in de drie culturele categorieën activeert. Dit economische ontwikkelingsspel heeft een bijzondere actiemotor, waardoor de speelse uitdaging mij goed is bevallen.

Pagina's: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10