Pagode

pagode-boxIn het oude China bouwen de spelers pagodes voor de keizer. Door het spelen van kaarten ontstaan er pilaren, verdiepingen en uiteindelijk daken. Wanneer de derde pagode is voltooid, wint de speler met de meeste punten. Er zijn vijf kleuren pilaren, pagodetegels en speelkaarten. De pilaren en de pagodetegels worden op kleur gesorteerd naast het speelbord gelegd. De spelers krijgen vijf kaarten die ze open voor zich neerleggen in hun open gebied. Daarnaast krijgen ze nog twee dichte kaarten in de hand. Tot slot krijgen de spelers een architectenbordje voor de speciale vaardigheden die zij tijdens het spel hopen te verdienen.

Op het speelbord staan zes bouwvelden afgebeeld. Hierop worden de pagodes gebouwd. Een pagode bestaat uit vier verdiepingen en een dak. Elke verdieping bestaat uit vier ondersteunende pilaren van dezelfde kleur. Verdiepingen worden gescheiden door pagodetegels.

De startspeler begint. Hij speelt kaarten vanuit zijn open gebied of zijn hand. Hiermee kan hij pilaren en pagodetegels in de overeenkomende kleur op het speelbord plaatsen. Hij mag zoveel kaarten spelen als hij wil. Elke pilaar en elke pagodetegel kost één kaart in de overeenkomende kleur. Hij mag aan verschillende pagodes tegelijkertijd bouwen. De enige regel is dat hij minimaal één pilaar moet bouwen en maximaal drie pilaren mag bouwen.

De pilaren op de eerste verdieping, die op het speelbord zelf worden geplaatst, mogen van alle kleuren zijn. Per bouwveld moeten het wel dezelfde kleuren zijn. Als er op een hogere verdieping, dus op een pagodetegel, pilaren worden gebouwd, dan moeten ze overeenkomen met de kleur van het pilaarveld op deze pagodetegel.

pagode-speelveld

Zodra er op een verdieping vier pilaren in dezelfde kleur staan, kan een speler daar een pagodetegel op plaatsen. Deze tegel moet als basiskleur de kleur van de onderliggende pilaren hebben. Hij kiest één van de openliggende tegels uit en legt deze bovenop de pilaren. De kleur van de pilaarvelden op de nieuwe pagodetegel bepaalt welke kleur pilaren hier weer bovenop gebouwd kunnen worden. Als op de vierde verdieping van een pagode vier pilaren staan, kan het dak worden gebouwd. Een dak bestaat uit een pagodetegel en een dakpunt. Dit is een torentje van twee pilaren in de aangegeven kleur. Voor de regel dat je minimaal één pilaar moet en maximaal drie pilaren mag bouwen, telt dit torentje als één pilaar. Wel kost het twee kaarten om dit torentje te bouwen, plus daarnaast een kaart voor de pagodetegel. Het dak moet in zijn geheel worden gebouwd. Zodra het dak is geplaatst, is de pagode voltooid.

Het bouwen van pilaren levert tijdens het spel punten op. Pilaren op de eerste verdieping zijn per stuk 1 punt waard, die op de tweede verdieping 2 punten, op de derde verdieping 3 punten en op de vierde verdieping 4 punten. Elke gebouwde pagodetegel levert 1 punt op. Elk compleet dak (vierde pagodetegel plus dakpunt) levert 6 punten op.

Aan het einde van de beurt vult een speler zijn open gebied aan tot vijf kaarten en zijn hand tot twee kaarten. Een speler kan in plaats van een normale beurt ook een alternatieve beurt uitvoeren. Hij speelt dan vier kaarten vanuit zijn open gebied en/of zijn hand en plaatst precies één pilaar naar keuze. Daarna eindigt zijn beurt meteen.

Telkens wanneer een speler een pagodetegel bouwt, krijgt hij de speciale vaardigheid die bij de basiskleur van de gebouwde pagodetegel hoort. Dit houdt hij bij op zijn architectenbordje. Hij kan deze speciale vaardigheid later in het spel twee keer gebruiken. De speciale vaardigheden zijn belangrijk. Hierdoor hebben de spelers namelijk voordelen tijdens het spel. Zo mag je bijvoorbeeld aan het einde van je beurt je hand aanvullen tot vier kaarten, of aan het begin van je beurt kaarten afleggen en hetzelfde aantal terugpakken om zo de juiste kleuren te krijgen. Ook zijn er speciale vaardigheden om gemakkelijker pilaren en pagodetegels te bouwen. Je mag dan twee kaarten van dezelfde kleur spelen om één pilaar of één pagodetegel in een kleur naar keuze te bouwen. Tot slot is er nog een speciale vaardigheid waarmee de bouwlimiet tijdens jouw beurt eenmalig wordt verhoogd van drie naar vier pilaren.

Zoals gezegd is het spel afgelopen zodra er drie voltooide pagodes op het speelbord staan. Als een pagode niet verder kan worden afgebouwd, omdat er geen pagodetegels meer zijn in een bepaalde kleur, dan telt deze pagode ook als voltooid. De ronde wordt nog uitgespeeld. De speler met de meeste punten wint het spel.

Ten slotte

Pagode is een vlot spelend tactisch tweepersoonsspel. Er is een constante spanning aanwezig in wat je wilt bouwen. Door de regel dat je maximaal drie pilaren mag bouwen, kan je niet flink doorbouwen en zo ook snel een pagodetegel plaatsen. Je wilt die mogelijkheid echter ook niet openlaten voor de andere speler. Bovendien ben je verplicht om minimaal één pilaar te bouwen, wat je soms helemaal niet wilt, omdat het de ander juist gemakkelijker maakt om een nieuwe verdieping te bouwen. Pilaren zijn belangrijk voor de punten, maar pagodetegels juist voor de speciale vaardigheden. Bovendien bepaalt de speler die een pagodetegel plaatst welke kleur pilaren er daarna bovenop moeten staan. Deze tactische keuzes maken het vaak een spannend spelletje.

Maar er zit ook een groot nadeel aan. Je bent erg afhankelijk van de kleuren kaarten die je trekt. Als je pech hebt, loop je al snel achter. En doordat de andere speler door eenmaal behaalde speciale vaardigheden het steeds gemakkelijker krijgt om zijn plannen uit te voeren, wordt het voor de achterliggende speler steeds moeilijker om bij te trekken. Als je eenmaal achter de feiten aanloopt, wordt de voorsprong van de ander vaak steeds groter. Jammer voor een tactische spelletje als dit.

Auteur: Arve D. Fühler
Uitgever: White Goblin Games
Informatie: BGGBSM
Aantal spelers: 2
Leeftijd: vanaf 8 jaar
Speelduur: 30 minuten